D15 Zindelijkheidstraining

Zindelijkheidstraining

Hieronder vind je tips hoe je als ouder je kind kunt helpen om te leren op het potje/wc te poepen en plassen.

Ieder kind is uniek en doet dingen op zijn eigen manier en op zijn eigen tijd, leren lopen en praten zijn hier goede voorbeelden van. Dit gaat ook op voor het moment waarop een kind zindelijk wordt, de meeste kinderen tussen de 1,5 en 3 jaar zijn klaar om te leren poepen en plassen op het potje.

Thuis beginnen met oefenen op het potje
Vanaf de leeftijd van 1,5- 3 jaar kunnen kinderen leren om op het potje te poepen en plassen.

Wat is het moment om met het kind overdag te gaan trainen?
Als je 10 mensen vraagt wat is het moment om te starten met een zindelijkheidstraining, is de kans groot dat je tien verschillende antwoorden krijgt. Sommige mensen zeggen dat je een baby al vanaf de geboorte kunt trainen, als je als ouders maar goed op de ‘signalen’ let, in het Engels wordt dit elimination communication genoemd. Andere mensen, daarentegen, zullen je vertellen dat je moet wachten tot het kind zelf zegt dat het zonder luier wil.

Meningen verschillen, en zijn trendgevoelig, dat lees je ook op internet waar allerlei, soms tegenstrijdig adviezen gegeven worden, dit kan heel verwarrend zijn…Hier geven we een duidelijk antwoord op de vraag: wat is nu echt de beste leeftijd voor zindelijkheidstraining en hoe weet je dat je kind daar klaar voor is.

Kinderen leren in hun eigen tempo

Elk kind is uniek en ontwikkeld zich op zijn eigen wijze en tempo. Zo zijn er kinderen die al voor hun eerste levensjaar lopen en beginnen te praten, maar er zijn ook kinderen waarbij dit langer duurt. Dit geld ook voor zindelijk worden, maar de meeste kinderen kunnen zindelijk worden tussen 1.5-3 jaar.

De juiste tijd
Als ouders ken je je kind het best. Onthoud dat en begin niet aan een zindelijkheidstraining omdat je vriendin zegt dat je dat moet doen. Kies ook binnen je gezin een goede tijd om te starten met een zindelijkheidstraining, zodat je er voldoende tijd en aandacht aan kunt besteden. Als je binnenkort gaat verhuizen, op vakantie gaat of een baby krijgt, is het misschien niet het goede moment om te starten met trainen.

Hoe weet je of je kind er klaar voor is?
Je kind moet lichamelijk klaar voor de training zijn. Het moet zelfstandig op het potje kunnen gaan zitten en weer kunnen opstaan als het klaar is. Als je kind kleine opdrachtjes kan uitvoeren en kan aangeven wat het wil of nodig heeft is dit ook een signaal dat je kind klaar is om te leren poepen en plassen op het potje.

Wanneer poept en plast mijn kind?
Het helpt als je als ouders bijhoudt wanneer en hoe vaak je kind plast en poept tijdens de dag, zo krijg je een idee hoevaak het naar het potje zou moeten gaan. Als een kind 2 uur achter elkaar droog kan blijven, kun je een training starten, de blaas is dan groot genoeg en het kind kan zijn plas even ophouden.

De keukenrol truc
De luiers van tegenwoordig absorberen zo goed dat het moeilijk te zeggen is of het kind wel of niet nat is. Een handige tip: doe wat keukenrolpapier in de luier, dit blijft nat als het kind plast. Hierdoor weet jij wanneer het kind geplast heeft, maar voelt het kind dit zelf ook en kan de link gaan leggen tussen nat worden en plassen. Als het kind zegt ik heb geplast of ik heb gepoept, betekent dit dat zij signalen uit hun lichaam gaan herkennen. Dit is een goed moment om een zindelijkheidstraining te starten.

Kinderen met een beperking

Wat niet iedereen weet is dat bijna alle kinderen zindelijk kunnen worden. Kinderen met een beperking kunnen meestal op dezelfde manier trainen als andere kinderen. Kinderen met een beperking kunnen niet altijd vertellen wat ze denken of voelen, als ouders kun je daarom vertrouwen op ‘signalen’ (zoals bijvoorbeeld 1.5-2 uur droog kunnen blijven) om te starten met oefenen. Kinderen met een beperking zijn wel vaak iets ouder voor de ‘signalen komen dat ze klaar zijn voor een zindelijkheidstraining. Daarnaast hebben zij vaak meer tijd en herhaling nodig om te leren poepen en plassen op het potje. Het bijhouden wanneer het kind poept en plast geeft je als ouders inzicht en kan helpen een structuur op te bouwen van vaste momenten, waarop het kind op het potje gaat.

Lees verder...

De eerste plas op het potje

Om de kans om te plassen op het potje zo groot mogelijk te maken is een goede voorbereiding belangrijke. Waar moet je als ouders aan denken voor dat je je kind de luier uit doet?

Controleer, heeft je kind de vaardigheden die nodig zijn om te oefenen: kan het een paar minuten op het potje blijven zitten, kan het kind zo’n 1.5-2.00 uur droog blijven en poept het kind dagelijks zonder problemen.

Help het kind de verbinding te maken: Vouw wat keukenrolpapier in de luier zodat het kind leert: als je plast, wordt je nat.

Zorg dat het kind voldoende drinkt: door 6-8 bekers te drinken (liefst water of anders andere helder drank) krijgt het kind een duidelijk signaal als de blaas vol is, het kan hierdoor makkelijker leren reageren op dit signaal.

Praat en lees over plas en poep: lees samen met je kind boekjes over andere kinderen die leren poepen en plassen op het potje. Hierdoor begrijpt het kind wat er van hem verwacht wordt als het gaat oefenen zonder luier.   

Ga ervoor! Stimuleer je kind om regelmatig even op het potje te gaan zitten, als je weet dat het zou moeten kunnen plassen. Handige tijden zijn: bij het wakker worden ’s morgens en voor het naar bed gaan ‘s avonds. Kinderen plassen elke 1.5-2 uur of een half uur nadat ze gedronken hebben. Gemiddeld plast een kind 7-10 keer per dag.

Maak plezier; zodat het kind ontspannen en blij op het potje zit. Wat afwasbaar speelgoed speciaal voor dit moment kan het kind helpen even rustig te blijven zitten

Complimenten en beloningen helpen om te leren poepen en plassen op het potje
Als ouder kun je je kind helpen de stap naar het potje te maken, door het kind te prijzen en te belonen. Voordat je echt start met trainen kun je hier al mee beginnen. Dit doe je door bijvoorbeeld complimenten te geven, voor het handen wassen, zelf de broek aan doen of bijvoorbeeld zelf de luier weggooien. Jonge kinderen reageren het best op beloningen die ze direct krijgen. Zoals een sticker, een spelletje doen of bijvoorbeeld een mooie kraal, waarmee, als ze er meer verdienen een mooie ketting kunnen maken.

In eerste instantie beloon je als ouder de kleine stapjes zoals bijvoorbeeld het zitten op het potje, dit is immers een van de eerste stappen in de zindelijkheidstraining. Door de complimenten weet het kind dat het goed bezig is, dit geeft het kind zelfvertrouwen verder te gaan. Als het kind een ongelukje heeft, probeer dan zo neutraal mogelijk te reageren. Ongelukjes horen bij het leren plassen en poepen op het potje. Voorkom dat je alleen complimenten geeft voor droog en schoon zijn. Als dit niet direct lukt kan het kind teleurgesteld raken. Focus op alle zindelijkheidsvaardigheden die het kind al kan en doet, dat is bijvoorbeeld ook zelf zeggen dat de onderbroek nat is een schone pakken en aantrekken.
Door je als ouders op de positieve dingen te richten blijft het kind gemotiveerd om verder te oefenen, waardoor het zal ontdekken dat het poepen en plassen op het potje steeds beter gaat!

Wat is de beste leeftijd om te starten met een zindelijkheidstraining
Gebruik onze checklist om te kijken of jij en je kind er klaar voor zijn

Zindelijk worden leert het ene kind sneller dan het andere kind, maar de meeste kinderen kunnen tussen 1.5-3 jaar leren plassen en poepen op het potje of de wc.

Is het de juiste tijd?
Laat je niet door je omgeving onder druk zetten om te beginnen met een zindelijkheidstraining. Het is belangrijk voor jullie als ouders dat er tijd en rust is. Op deze manier kun je voldoende energie en geduld kunt opbrengen om je kind te stimuleren deze nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Dus als je net verhuisd bent, er net een nieuwe baby is, of je bijna op vakantie gaat, is het beter om een paar weken te wachten tot de rust en regelmaat weer is teruggekeerd.

Is mijn kind er lichamelijk aan toe?
Kinderen moeten zelfstandig op het potje kunnen gaan zitten en weer opstaan als ze klaar zijn. De training zal makkelijker gaan als je kind opdrachtjes kan uitvoeren en kan vertellen wat het wil of nodig heeft.

Kan het kind twee uur droog blijven en poept het elke dag zonder problemen?
Het is handig dat je als ouders voor dat je start met een zindelijkheidstraining weet wanneer en hoe vaak je kind ongeveer poept en plast. Hou dit een paar dagen bij in een dagboekje. De truc met het keukenrolpapier kan helpen om te weten of je kind nat is als het nog een luier draagt. 

Als het kind 1.5-2 uur achter elkaar droog kan zijn, is de blaas groot genoeg en ontwikkeld het kind controle hierover. Elke dag op dezelfde tijd makkelijk poepen is een ander signaal dat duidelijk maakt dat het kind klaar is om met een zindelijkheidstraining te starten.

Als je deze vragen met ja kunt beantwoorden is je kind klaar om te gaan oefenen.

Bereid je kind voor op de zindelijkheidstraining
Net zoals je een bed ritueel hebt voor je kind, zijn er verschillende manieren om het kind leren hoe het nu precies gaat met poepen en plassen voordat je de training gaat starten.

Hieronder staan een aantal manieren hoe je de interesse bij je kunt wekken om op het potje te gaan poepen en plassen:

  • Betrek je kind en laat het helpen als het een schone luier krijgt. Verschoon het kind niet meer liggend op het aankleedkussen maar stand. Stimuleer het kind zelf zijn kleding aan- en uit te trekken, de schoonmaak doekjes aangeven, zijn luier weggooien en zijn handen wassen als alles klaar is.

    Praat over poep en plas.
    Vertel je kind dat de luier nat is als je hem verschoont. Laat de poep zien en gooi het samen in de wc. Voorkom worden als, bah, het stinkt tijdens het verschonen, Hou het positief!
  • Zet de luiers in de wc of badkamer en verschoon je kind daar. Hiermee leert het kind dat plassen en poepen bij de wc hoort.
  • Bedenk en maak een beloningsysteem een stickerkaart, een spelletje doen, of een grabbelton met kleine kadootjes. Beloon elke stapje richting het potje, zoals zelf de luier weggooien.
  • Lees boekjes over kinderen die zindelijk worden. Zorg dat er in de speelhoek een potje, wat luiers en misschien zelf een fopdrol staan. Zo kan het kind samen met beer of pop naspelen waar hij mee bezig is.
  • Geef het goede voorbeeld! Laat de wc-deur open en vraag iedereen van je familie dit ook te doen. Jonge Kinderen leren veel van kijken en imiteren.

Trainen doe je zo

Volg onze tips, voor jongens en meisje en de zindelijkheidstraining wordt een succes.

Voor je begint 

  • Zorg ervoor dat je kind voldoende drinkt:Stimuleer je kind om 6-8 bekers per dag te drinken. Water is het beste, kies als afwisseling voor andere helder vloeibare dranken. Voldoende drinken helpt het kind het signal van een volle blaas te herkennen. Vermijd drankjes met suiker, caffeine of koolzuur. Minder drinken om droog te blijven lijkt misschien een goed idee, maar heeft een tegenovergesteld effect. Om onze blaas goed te laten werken moet hij goed gevuld en regelmatig geleegd worden.
  • Pas op voor verstopping: Poepproblemen komen veel voor bij jonge Kinderen. Voor dat je met een zindelijkheidstraining begint moeten deze behandeld worden. Kinderen moeten minimal 4-5 keer per week zonder problemen poepen, voor de zindelijkheidstraining van start gaat. Dunne poep of diarree kan soms ook een teken van verstopping zijn. Als je hierover twijfelt is het goed om te overleggen met de huisarts. Hij kan als het nodig is medicatie (laxans) voorschrijven waardoor de verstopping verdwijnt.
  • Laat anderen weten dat je kind is begonnen met een zindelijkheidtraining: iedereen die betrokken is bij de zorg voor je kind (peuterspeelzaalleidsters, opa’s, oma’s het dagverblijf) dat je gaat starten met de zindelijkheidstraining. Leg hen uit hoe je het gaat aanpakken. Op deze manier wordt overal hetzelfde van het kind gevraagd en verwacht. Het helpt echt als iedereen die voor het kind zorgt op dezelfde manier oefent met de zindelijkheidsvaardigheden.
  • Koop samen een potje: Laat je kind zelf een potje kiezen (twee potjes zijn handig als je ook boven een toilet hebt) Laat het kind oefenen met zitten op het potje bij de wc.
  • Investeer in een wc-brilverkleiner en een krukje:Sommige kinderen willen niet op het potje maar op de wc. Om het goed te kunnen zitten, is een wc-brilverkleiner noodzakelijk. Er zijn verschillende wc-brilverkleiners te koop ze helpen het kind om prettig en in een goede positive op de wc te zitten.

Jullie zijn begonnen...  

  • Kies makkelijke kleding: Kies kleren die het kind zelf makkelijk aan en uit kan doen. Broeken en rokjes met elastiek. Vermijd tuinboeken, knopen en ritsen. Oefen ook ‘s morgens en voor het naar bed gaan met aan- en uitkleden. Laat het kind zelf kiezen welke onderbroek het aan wil, oefen met het dragen van een onderbroek zodat het kind hieraan gewend raakt.
  • Zorg voor een plas/poep ritueel: Gebruik simpele zinnen zoals; het is tijd om naar de wc te gaan. Dit is beter dan elke 10 minuten vragen moet je soms plassen? Het kind leert het signaal van een volle blaas of darm te herkennen en als volgende stap hierop actie te ondernemen. Een simpele opdracht; we gaan naar de wc werkt in de praktijk beter dan een vraag waarop het kind nee kan zeggen.
  • Hou het kort: Jonge Kinderen zijn snel verveeld! Twee tot drie minute op het potje is lang genoeg. Soms help teen speeltje of boekje om even rustig te blijven zitten.
  • Laat jongens zittend plassen: Niet alleen plassen ze zo beter leeg, ook voorkomt zittend plassen verstopping. Hoe vaak zat je niet op de wc om te plassen en dacht je ik moet toch ook nog even poepen?!

Volhouden de sleutel voor succes

  • Gebruik geen luiers of luierbroekjes voor geval dat: Naar de speeltuin in een luier, zorgt ervoor dat je als ouder daar geen natte of vieze broeken hoeft te verschonen. Het helpt je kind echter niet met het leren plassen en poepen op de wc. Ongelukjes zijn niet leuk, maar wel leerzaam voor Kinderen. Wisselen van luier naar onderbroek kan verwarrend zijn voor Kinderen. Gebruik wasbaar ondergoed en in de autostoel bijvoorbeeld een onderlegger.
  • Geef complimenten: Voor elke kleine stap, zitten op de wc, zelf je broek pakken en aantrekken. Beloningen moeten direct gegeven worden, een sticker, een dansje, een aai over de bol, het kan nooit te veel zijn.
  • Wees geduldig: Het leren van alle vaardigheden die je nodig hebt om zindelijk te worden kan even duren. Schrik niet als er in het begin veel ongelukjes zijn. Soms moet je besluiten dat het nog niet lukt. Stop dan en prober het na een maand of 3 nogmaals.

Waarom worden Kinderen later zindelijk?

  • In de afgelopen eeuw, is de gemiddelde leeftijd waarop Kinderen zindelijk worden verschoven van 12-18 maanden, naar 3 tot soms zelfs 4 jaar.
  • Hiervoor zijn een aantal oorzaken te noemen
  • Makkelijke beschikbaarheid van wegwerpluiers
  • Het grote absorptievermogen van de tegenwoordige luiers, waardoor Kinderen niet meer voelen dat ze nat worden en dus niet weten dat ze naar de wc moeten.
  • Disposable luiers, schelen ouder veel werk, maar zij maken een zindelijkheidstraining moeilijker. De luiers zijn ontworpen om alle vocht van de kwetsbare huid weg te nemen, zodat er geen irritatie ontstaat. Een luier is voor de meeste kinderen dus een comfortabel draagbaar toilet! Maar een kind moet ervaren hoe het voelt om nat te zijn, om de verbinding met wat er gebeurt als zij plassen te maken.
  • Uitwasbare luiers geven kinderen dit gevoel wel, zij kunnen vaak op jongere leeftijd starten met een zindelijkheidstraining.

Een andere kijk op opvoeding  

  • Nieuwe pedagogische stromingen gaan uit van een kindgerichte benadering. Dit kan een vertraging inde zindelijkheid geven omdat ouders te lang wachten tot hun kind het initiatief neemt om de luier af te doen en naar de wc te gaan.
  • De afgelopen decennia is de houding van ouders ten opzichte van hun kinderen veranderd. De behoeften van het kind staan centraal, de ouder voegt zich hierna. Strijd wordt het liefst vermeden, ouders kiezen voor het poldermodel en vinden het soms lastig leeftijds adequate eisen aan hun kind te stellen.
  • Ouders van nu Hebben vaker het gevoel te moeten wachten tot het kind aangeeft eraan toe te zijn. Zij zijn bang het kind te beschadigen door te vroeg te starten met een zindelijkheidstraining.
  • De kind-gerichte aanpak werkt goed bij wasbare luiers, veel minder bij wegwerpluiers. Het kind met de wegwerpluier heeft veel minder motivatie om hem niet meer te dragen.

Kinderopvang

  • Veel Kinderen gaan tegenwoordig naar de kinderopvang. Niet altijd is daar aandacht en tijd voor zindelijkheidstraining.

Veranderend familieleven

  • Het traditionele familieleven is veranderd. Ouders werken vaak beiden waardoor er minder dagelijks routine is. Er zijn veel verschillende mensen die ieder op hun eigen manier zorg dragen voor het kind.
  • Bezuinigingen in de jeugdgezondheidszorg maken dat laagdrempelige hulp bijvoorbeeld bij een zindelijkheidstraining minder beschikbaar is. Ouders wachten vaak lang omdat ze niet weten waar zij advies en hulp kunnen krijgen.