C09-2 Poepproblemen

Poepproblemen

Sommige kinderen worden geboren met een poepprobleem, andere kinderen ontwikkelen dit probleem op latere leeftijd. Precieze cijfers over hoeveel kinderen een poepprobleem hebben zijn niet bekend, er wordt geschat op ongeveer 100.000 kinderen in Nederland.

Obstipatie (een verstopping van ontlasting/poep in de dikke darm) is een veel voorkomend probleem bij kinderen. Dit wordt veel gezien bij jonge kinderen tijdens de zindelijkheidstraining door angst voor poepen. Ook op latere leeftijd, door bijvoorbeeld ophouden van poep tijdens schooltijd, kan er obstipatie ontstaan. Poepproblemen kunnen een grote invloed hebben op het hele gezinsleven. Het kind en ook de ouders zitten letterlijk en figuurlijk ‘in de shit’.

Wat is obstipatie?

Obstipatie (ook wel constipatie genoemd) betekent een verstopping van poep in de dikke darm. Een normaal poeppatroon voor kinderen is alles tussen 3x per week en 3x per dag. Maar ondanks dat sommige kinderen bijna dagelijks poepen, kan er toch obstipatie zijn ontstaan. Tekenen hiervan kunnen pijn bij poepen, persen, buikpijn of poepongelukjes zijn. Ook grote hoeveelheden ontlasting in de luier, of bij zindelijkheid een grote hoeveelheid ontlasting die het toilet verstopt, zijn aanwijzingen voor obstipatie.

Hoe werkt de ‘voedselmachine’?

Ontlasting wordt gemaakt van het eten en vocht. Via de mond, waar het voedsel in kleine stukjes gekauwd wordt, gaat het via de slokdarm naar de maag. In de maag wordt het eten verder fijn gemalen en worden er maagsappen aan toegevoegd.

Dan komt dit in de dunne darm, waar de goede voedingsstoffen worden opgenomen door de rest van het lichaam. Hierna komen de afvalstoffen, oftewel de poep/ontlasting, in de dikke darm. De dikke darm ‘knijpt’ de ontlasting verder. Het lichaam neemt het water uit de dikke darm op waarna de ontlasting de vorm van een zacht worst krijgt.

Hierna komt de poep in de endeldarm/rectum (het laatste stuk van de dikke darm). Vanuit het rectum wordt een seintje (via de zenuwbanen) naar de hersenen gestuurd, welke zegt dat je moet gaan poepen.

Wanneer het anders gaat

Als een kind niet reageert op de seintjes vanuit het rectum, welke doorgeven dat je moet gaan poepen kunnen er meerdere oorzaken zijn.

Mogelijk heeft het kind onlangs (of in het verleden) een keer harde ontlasting gehad, waarbij het pijn heeft ervaren. Hierdoor gaat het kind ophouden, waardoor obstipatie ontstaat. De poep blijft langer in het rectum, waardoor er nog meer water uit de poep gaat en deze harder en dikker word. Vervolgens wordt van nieuw eten, nieuwe poep gemaakt die zich gaat verzamelen in de dikke darm (omdat de harde klont de uitgang blokkeert).

Hoe langer de poep in het rectum blijft, hoe meer het rectum uitrekt. Dan worden de seintjes/aandrang niet meer doorgegeven aan de hersenen. Het kind heeft dan geen idee meer dat het moet poepen.

Overloopdiarree

Bij een darm vol poep ontstaat overloopdiarree. Dit is nieuwe poep die gevormd wordt en langs de verstopping heen lekt/stroomt. Het kind heeft dan vaak ook poepongelukjes, doordat deze overloopdiarree niet gevoeld wordt.

De overloopdiarree bevat soms ook hardere/scherp gevormde en/of donkere stukjes ontlasting. Dit is oude poep.

Tijdige signalering is belangrijk

De signalen van obstipatie zijn makkelijk over het hoofd te zien, waardoor een behandeling van obstipatie vaak te laat wordt opgestart. Obstipatie wordt vaak gezien als oorzaak van urine incontinentie, blaasontsteking en bedplassen.

Bij de meeste kinderen is de behandeling van obstipatie succesvol. Vaak bestaat deze behandeling uit laxeren en nadat het rectum/dikke darm weer geslonken is, ervaart het kind weer tijdig aandrang. Dit kan tot wel 6 maanden duren.

Signalen van obstipatie

Sommige kinderen vermijden het toilet om te gaan poepen. Het kind kruist zijn benen of gaat op zijn hakken zitten. Op dat moment zijn ze door middel van de bekkenbodemspieren (oftewel de noodrem) de poep aan het ophouden. De poep wordt dan groter en harder en wanneer het kind naar het toilet gaat zal het hard moeten persen om de poep eruit te krijgen, wat dan ook pijnlijk is.

Het kind houdt de poep op vanwege verschillende redenen:

  • In het verleden een slechte en pijnlijke ervaring van poepen op het toilet.
  • Zere billen of een scheurtje/fissuurtje bij het poepgaatje door een grote drol wat poepen pijnlijk maakt.
  • Niet durven te poepen op onbekende of vieze toiletten (vaak ook op de basisschool). Zie item NOS Jeugdjournaal hierover.

Kinderen die pijnlijke ontlasting hebben, moeten soms huilen tijdens het poepen. Of houden zich vast aan het fonteintje in de wc of vraagt een ouder/verzorger mee te gaan en wil in zijn/haar handen knijpen (om het persen en de angst gemakkelijker te maken).

Poepongelukjes

Het verlies van ontlasting in de onderbroek is vaak een teken van obstipatie. De nieuwe ontlasting lekt langs de harde en oude poep heen. Het kind voelt en ruikt dit vaak niet. Deze lekkage wordt vaak geduid als diarree, maar het is overloopdiarree.

Hier kan het kind niets aan doen.

Andere signalen van obstipatie

  • Minder dan 4x per week poepen
  • Regelmatig flink stinkende winden laten (met hierbij soms verlies van een beetje ontlasting)
  • Buikpijn
  • Opgeblazen buik
  • Slecht eten
  • Humeurig en vermoeid zijn (kort lontje)
  • Urine incontinentie en/of bedplassen
  • Blaasontsteking

Oorzaken van obstipatie

Bij de meeste kinderen wordt er geen onderliggende lichamelijke oorzaak gevonden van obstipatie. Dit wordt ook wel functionele obstipatie genoemd. Oorzaken hiervan kunnen zijn:

  • Ophouden van poep (bijv. door angst voor het toilet, angst voor pijn bij het poepen, geen tijd nemen om naar het toilet te gaan)
  • Te weinig vezelinname (denk aan bruin brood, fruit, groente, volkoren rijst en pasta)
  • Te weinig vocht
  • Te weinig beweging
  • Een life-event: scheiding van ouders, het overlijden van opa of oma, verandering van school
  • Sommige medicatiesoorten

De volgende symptomen zouden een indicatie kunnen zijn voor onderliggend medisch lijden:

  • Een baby die niet binnen de eerste 48 uur na de geboorte heeft gepoept (meconium);
  • Enorme buikpijn
  • Afwijkingen aan de anus
  • Neurologische problemen
  • Enorme dorst
  • Gewichtsverlies

Het is belangrijk dat een kind met obstipatieklachten altijd een lichamelijk onderzoek heeft bij een huisarts/kinderarts of jeugdarts.

Hoe voorkom je obstipatie?

Drinken
Laat uw kind voldoende drinken gedurende de dag. Vezels trekken namelijk vocht aan en houden zo de ontlasting zacht. De juiste hoeveelheid vocht is afhankelijk van de leeftijd van uw kind. Kinderen moeten gemiddeld 6-8 bekers drinken per dag. Bij een kind van 2 jaar oud, volstaat een beker met inhoud van 125-150 ml, bij een vijfjarige een beker met inhoud van 150-175 ml en kinderen van 6 jaar en ouder moeten minstens 1,5 liter drinken per dag, een beker zal bij hen dus minstens 200 ml moeten bevatten.

Vermijd koolzuurhoudende dranken, koffie en veel suiker bevattende drinken (zoals energiedrankjes en sommige sappen).

Bij warm weer en koorts zweet uw kind bovendien meer dan normaal. U kunt in die situaties dan ook het beste extra vocht geven.

Kinderen verzetten zich soms tegen drinken. Het helpt om dan af te spreken met uw kind hoeveel er per dag gedronken moet worden. U neemt een liter- of anderhalve literfles. Vul deze met water en iedere keer als het kind een beker thee, melk of andere drankjes gedronken heeft, mag hij of zij die hoeveelheid uit de waterfles halen. Op deze wijze wordt zichtbaar gemaakt hoeveel het kind die dag gedronken heeft en wordt het een soort wedstrijd. Wij noemen dat voor de kinderen de ‘truc met de fles’.

Gevarieerd dieet
Geef uw kind een gevarieerd dieet welke veel vezels bevat. Dagelijks fruit (met schil wanneer deze eetbaar is!), geen smoothies (hierin worden de vezels ‘stuk’ gemalen).

Groentes, bruin brood, volkoren pasta, zilvervliesrijst, etc. Bij een gevarieerd dieet hoort ook op zijn tijd een patatje of een pizza! Vezels zorgen ervoor dat vocht bij de ontlasting blijft.

Bewegen
Buiten spelen, sporten, fietsen, alle soorten beweging zorgen ervoor dat de ontlasting gemakkelijker door de darmen glijdt.

Tijd nemen om te poepen

Veel kinderen met poepproblemen voelen onvoldoende de aandrang. Hierom is het belangrijk om de tijd te nemen voor het poepen. Belangrijk hiervoor is om na de 3 hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch en avondeten) een toiletzit te doen. Tussen de 15 en 30 minuten na het eten, moet het kind 5 minuten op de wc gaan zitten. Voetenbankje onder de voeten indien het kind niet met de platte voeten op de grond kan komen.

Tijdens en na het eten is de ‘poepfabriek’ het meest actief, waardoor het een succesvol poepmoment kan zijn.

Indien uw kind moeite heeft met een toiletzit na de lunch op school, biedt dan het moment aan na schooltijd. De overgang van school naar huis is vaak een moment waarop een kind zich weer volledig ontspant, waardoor de kans ook groot is dat er poepaandrang ontstaat.

Tips voor de toiletzit

  • Zet een kookwekker/zandloper in de toiletruimte, zodat het kind de tijd zelf in de gaten kan houden.
  • Kleed de toiletruimte gezellig aan, zodat het een veilige ruimte is voor het kind. Geen speelgoed mee naar het toilet. Het kind moet leren dat het een moment is om over het poepen na te denken. Een boekje mag wel.
  • Moedig het kind aan om te gaan blazen, zodat het kind actief mee oefent. Bij jonge kinderen kun je een bellenblaas meegeven.

  • Hang een tekening van de juiste zithouding op het toilet. Bij het poepen mogen de knieën hoger zijn dan de heupen.
  • Houd samen met uw kind een poepdagboek bij. Kijk samen in het toilet naar het resultaat.
  • Blijf geduldig. De routine zal er niet met een week al in zitten. Leg dit ook naar uw kind uit.

Vergeet de blaas niet!

De darmen hebben flinke invloed op de blaas. Poepproblemen zijn vaak de oorzaak van plasproblemen en blaasontstekingen. Laat jongens zittend plassen zodat ze zichzelf ook meer tijd en kans gunnen om te poepen.

Behandeling van obstipatie

Voor de meeste kinderen is obstipatie goed te behandelen. Er is een groep kinderen waarbij dit een langdurig en moeilijk traject is. Het kind heeft dan begrip, ondersteuning en geduld nodig van ouders, verzorgers en iedereen om hem heen.

Wanneer uw kind signalen van obstipatie laat zien, is het belangrijk om hiermee zo snel mogelijk naar de huisarts te gaan.

Afspraak bij huisarts/kinderarts/jeugdarts

De arts zal uw kind door middel van een lichamelijk onderzoek, bestaande uit het voelen van de buik, en door het stellen van vragen over het poeppatroon (hoe vaak poept uw kind, is er pijn bij het poepen, buikpijn, hoe ziet de poep eruit etc.) de diagnose obstipatie stellen. Tevens zal door deze vragen evt. medisch onderliggend lijden uitgesloten worden. Wanneer er sprake kan zijn van medisch onderliggend lijden, zal de huisarts uw kind naar de kinderarts verwijzen.

Wanneer er geen medisch onderliggend lijden is, is er sprake van functionele obstipatie. Er zal worden gestart met laxantia. De arts zal een poeder voorschrijven (Macrogolum, Forlax (jr.) of Movicolon (jr.)) welke de ontlasting zachter zal maken en daarmee het poepen minder pijnlijk en makkelijker maken. De laxantia zorgt ervoor dat er meer water in de ontlasting blijft. Deze poeders neemt uw kind in met vocht (tenminste 125ml per 10 gram). Dit poeder kan in alle soorten drinken (bijv. water, thee, ranja, melk), maar ook in yoghurt/vla/appelmoes opgelost worden. De hoeveelheid poeder dat uw kind moet innemen wordt bepaald aan de hand van de mate van obstipatie en het lichaamsgewicht.

Wanneer de laxantia gestart is, zal de overloopdiarree in eerste instantie erger worden. Stop dan niet met de laxantia, maar zet door! Dit is een lastige fase waar u en uw kind doorheen moeten. Pas wanneer er ontlasting in de vorm van bruin water komt, zonder donkere, hardere, duidelijk gevormde stukjes, is de dikke darm vrij van oude ontlasting. De poeders maken de darmen van uw kind niet lui. Deze kunnen daarom langdurig gebruikt worden.

Bij obstipatie is het advies om zeker 3 tot 6 maanden dagelijks de laxantia te gebruiken om de dikke darm de kans te geven om in zijn normale formaat terug te komen, waarna het kind weer op tijd de aandrang kan ervaren. Te vroegtijdig stoppen van de laxantia kan ervoor zorgen dat er opnieuw obstipatie gaat ontstaan en de dikke darm nogmaals verder uitrekt.

Naast deze poeders bestaan er nog andere soorten medicatie, zoals Bisacodyl/Dulcolax, welke de dikke darm stimuleren om de poep eruit te duwen. Deze worden soms toegevoegd wanneer de poeders onvoldoende helpen om de obstipatie op te lossen. Gebruik deze medicatie alleen op doktersadvies (ook al is het vrij verkrijgbaar bij drogist en apotheek). Bij sommige kinderen met poepongelukjes, waarbij er geen sprake (meer) is van obstipatie, kan de Bisacodyl ook ingezet worden om het aandrang gevoel te vergroten.

Naast het starten van medicatie zal de arts ook adviezen geven met betrekking tot de vochtintake, vezelinname en beweging van uw kind (zie Hoe voorkom je obstipatie?).